Jonge ondernemers willen 123 jaar oud familiebedrijf nóg een stukje mooier maken

Niet het zolderkamerpad bewandelen en ook geen anonieme investeerder zijn. Nee, dertigers Lennard Blijdorp en Michael van der Windt zochten een mogelijkheid om een bestaande en solide onderneming verder uit te bouwen. Na een intensief MBI-traject (zie kader) gaan de twee jonge ondernemers aan de slag met het 123 jaar oude familiebedrijf Albers Alligator in Wageningen.

De 36-jarige Lennard Blijdorp groeide op tussen de uien en de aardappelen in de Noordoostpolder. Zijn vader nam het akkerbouwbedrijf van zijn opa over en Lennard dacht altijd dat hij de volgende generatie aan het roer zou zijn. “Als vanzelfsprekend ging ik daarom naar de hogere landbouwschool. Tijdens die studie ben ik een jaar in Rusland geweest voor een stage. Daar ontdekte ik dat de wereld groter is dan de agrarische sector die mij met de paplepel is ingegoten.” Lennard besluit verder te studeren aan Nyenrode, waar hij Michael van der Windt (33) leert kennen. Michael had altijd het idee om in te stappen in het familiebedrijf van zijn moeders kant: H. Verwater & Zonen, een aannemer in de industrie. “Dat werd gedurende mijn studietijd aan een private equity-partij verkocht, waarmee mijn ambitie om in dat bedrijf een rol te spelen verdween.”

Gezamenlijke droom: ondernemen

Tijdens hun managementstudie is er redelijk snel een klik tussen Lennard en Michael. Allebei uit een ondernemersfamilie, en dus allebei het ondernemerschap van dichtbij gezien. “Zo’n soortgelijke achtergrond verbindt”, zegt Michael. “We begrijpen waar de ander het over heeft. En deelden eenzelfde droom: ondernemen, en zelf aan het roer staan van een bedrijf.” Gezamenlijk – omdat Michael en Lennard in hun vriendschap ontdekken dat ze elkaar aanvullen en versterken – zoeken ze een bedrijf met een stevige basis, om stap voor stap verder uit te bouwen. Lennard: “Dus niet zelf op een zolderkamer iets bedenken en hopen dat het wat wordt. Maar we wilden ons ook niet anoniem en op afstand alleen maar op de cijfers en groei richten.”

Toonaangevend in de branche

Die ondernemersdroom is na een intensieve zoektocht verwezenlijkt met de management buy-in bij Albers Alligator. Een familiebedrijf waarvan de geschiedenis maar liefst 123 jaar terugvoert. De onderneming begon ooit als zadelmakerij en ontwikkelde zich tot specialist in het verwerken van kunststoffolies en gecoate weefsels. Het bedrijf is internationaal leverancier van flexibele opslagsystemen voor water, mest, biogas en industriële vloeistoffen en van speciale dak- en doekconstructies, zoals dat van tennisstadion Court No.1 waar het tennistoernooi Wimbledon wordt gespeeld. Een toonaangevend bedrijf in de branche dus, actief in zestig landen, dat aan de vooravond staat van een nieuwe groeifase én waar een verjongingsvraagstuk speelt.

Het duo is van plan de huidige producten verder in het buitenland te introduceren en gebruik te maken van de aanwezige kennis en kunde binnen de organisatie om nieuwe producten (verder) te ontwikkelen. “Zoals het drijvende zonnepark op het dek van waterbassins, dat tuinders – een belangrijke groep afnemers – zowel van water als stroom voorziet”, legt Michael uit. Ze hebben samen met eigenaar Ronald Edel een actieve rol in de bedrijfsvoering, en alle ruimte om de kennis in te zetten die ze eerder opdeden in verschillende managementen directiefuncties.

Met 25 ondernemers aan tafel

Daarbij ging Ronald niet over één nacht ijs; na een eerste belletje vanuit Marktlink is er nog geen interesse bij hem. Een jaar later wagen Lennard en Michael nog een poging, omdat zij wel interesse houden in Albers Alligator. “Albers Alligator vinkte echt al onze wensen af”, zegt Michael daarover. “Dat hadden we nooit gedacht toen we aan het traject met Marktlink begonnen. Daar hebben we dan ook echt veel koppen koffie voor gedronken, we hebben met zeker 25 ondernemers aan tafel gezeten.”

Op dat traject kijkt het duo met veel plezier terug. Lennard: “We zijn in twee jaar tijd veel bijzondere ondernemers tegengekomen, in allerlei sectoren. Iedere ondernemer heeft een eigen verhaal en is trots op zijn of haar bedrijf. We zijn ook bij bedrijven binnen geweest waar we zeker een voorbeeld aan kunnen nemen voor onze plannen bij Albers Alligator. We hebben gezien wat je kunt bereiken als je zaken goed organiseert en structureert.”

Een duidelijke profielschets

“Wat ons heel erg heeft geholpen, is dat we open deze zoektocht in zijn gegaan”, zegt Michael. ”Wel hadden we vooraf met elkaar een stuk of zes wensen opgeschreven.” Op die profielschets: een technisch maakbedrijf met internationale potentie. En liefst een product waar het duo affiniteit mee heeft. “Mijn ervaring in bouwen en onderhouden van opslagsystemen en die van Lennard in de agrarische sector komen bij Albers Alligator samen. Onwerkelijk. We hadden zeker niet gedacht om dit alles in één partij te vinden”, zegt Michael.

Lennard: “Zo’n profielschets helpt om makkelijker knopen door te hakken. In het begin kun je snel enthousiast raken van een onderneming. Maar het is belangrijk je doel voor ogen te houden. Waar ben je nou echt naar op zoek? Je wilt de juiste keuze maken, het is geen pakje boter dat je koopt.”

Kiezen in bedrijfsbelang

Vanaf dat tweede gesprek met Lennard en Michael begint het idee van verkoop ook bij Ronald te landen. Want na hem, als vierde generatie aan het roer van het bedrijf, is er geen opvolging meer binnen de familie. Stap voor stap bespreken de mannen hoe ze het voor zich zien. Een jaar lang.

Michael: “Voor Ronald was het vooral van belang dat het verleden van het bedrijf werd doorgegeven. Dat de cultuur en identiteit behouden blijven. Dat was ook waarom hij het niet aan een concurrent of investeerder wilde overdoen. Wij nemen nu de tijd om de organisatie te leren kennen; van klanten tot techniek en de mensen op de vloer. Ronald heeft niet voor zichzelf gekozen, maar voor de lange termijn. En voor zijn medewerkers, die hij meenam in zijn overwegingen en inspraak gaf. Hij handelde uit bedrijfsbelang. Ik hoop dat wij dat ook ooit zo doen. En dat we dan in de tussentijd het bedrijf nóg een stukje mooier hebben gemaakt.”